Aanvullende maatregelen bij het Belastingplan 2016

Nadat de Tweede Kamer in november 2015 het Belastingplan 2016 had aangenomen, bleek de kans groot te zijn dat dit wetsvoorstel alsnog zou stranden in de Eerste Kamer. Om dit te voorkomen zijn er enkele aanvullende maatregelen getroffen om alsnog voldoende draagkracht te creëren. Uiteindelijk ging eind december 2015 ook de Eerste Kamer akkoord met het Belastingplan 2016. Dit zijn de belangrijkste aanvullende maatregelen:

• De tweede en derde tariefschijf van de loon- en inkomstenbelasting is minder verlaagd. Het tarief komt daardoor in 2016 op 40,4% in plaats van 40,2% en in 2017 op 40,6% in plaats van 40,3%;
• De verhoging met € 3.000 van het vermogen waarover u in box 3 geen belasting hoeft te betalen. Na indexatie komt het heffingsvrije box-3-vermogen op € 24.437 per belastingplichtige (in 2015: € 21.330). Heeft u een fiscaal partner dan bedraagt het heffingsvrije vermogen dus € 48.874 (in 2015: € 42.660);
• een tragere afbouw van de arbeidskorting en een structurele verhoging van de ouderenkorting in 2017;
• een extra verhoging van de kinderopvangtoeslag vanaf 2017.