CO2-uitstoot auto van de zaak bepaalt fiscale bijtelling

De overheid wil het gebruik van zuinige auto’s nog aantrekkelijker maken. Vanaf 1 januari 2009 gelden daarom voortaan drie percentages voor de fiscale bijtelling auto van de zaak. Daarbij geldt: hoe zuiniger de auto, hoe lager de bijtelling. De tarieven, waarvan de hoogte wordt bepaald door de CO2-uitstoot van de auto, zijn:

Tarief 1: 14% bijtelling
Voor zeer zuinige auto’s met een CO2-uitstoot van maximaal 95 g/km bij dieselauto’s en 110 g/km bij een auto die niet op diesel rijdt.
Tarief 2: 20% bijtelling (nieuwe categorie m.i.v. 1 januari 2009)
Voor zuinige auto’s met een CO2-uitstoot van meer dan 95 en max. 116 g/km bij dieselauto’s en 110 en max. 140 g/km bij een auto die niet op diesel rijdt.

Tarief 3: 25% bijtelling
Van toepassing op auto’s die op diesel rijden met een CO2-uitstoot van meer dan 116 g/km en auto’s die niet op diesel rijden met een CO2-uitstoot van meer dan 140 g/km.

Geen bijtelling
Als een werknemer per kalenderjaar niet meer dan 500 kilometer privé rijdt en dit kan bewijzen (bijvoorbeeld met een rittenadministratie), is er geen bijtelling. De werknemer kan hiervoor de ‘Verklaring geen privégebruik auto’ aanvragen bij de Belastingdienst. Het aanvraagformulier dat hij daarvoor moet gebruiken, is te downloaden via www.belastingdienst.nl.

Voor bestelauto’s geldt nog het volgende. Er vindt geen bijtelling plaats als:
• de werknemer de bestelauto controleerbaar buiten werktijd parkeert op een afgesloten bedrijfsterrein;
• de werknemer van de werkgever een schriftelijk verbod op privégebruik van de bestelauto heeft ontvangen. De werkgever moet dit verbod controleren en een passende sanctie opleggen als het wordt overtreden;
• de werknemer de bestelauto doorlopend afwisselend gebruikt met één of meer andere collega’s, waardoor privégebruik moeilijk vast te stellen is. Het privégebruik wordt dan door middel van eindheffing bij de werkgever belast.