DGA staat borg voor krediet aan BV: toestemming echtgenote nodig

Stel, u bent DGA en stelt zich borg voor een bankschuld van uw BV. Moet uw echtgenote de borgtochtovereenkomst dan mede ondertekenen? En wat zijn de gevolgen als zij dat niet heeft gedaan en de BV gaat failliet? Onze hoogste rechter, de Hoge Raad, heeft hierover onlangs een belangrijke uitspraak gedaan.

Die zaak betrof een DGA die zich borg had gesteld voor een overbruggingskrediet van een bank aan zijn BV. Zijn echtgenote had de borgtochtovereenkomst niet medeondertekend. Toen de BV failliet ging, sprak de bank de DGA aan op zijn verplichtingen uit de borgtochtovereenkomst. De echtgenote beriep zich echter op de vernietigbaarheid van de borgtochtovereenkomst, omdat zij hiervoor geen toestemming had gegeven. De bank dacht dat die toestemming niet nodig was, maar de Hoge Raad dacht daar anders over. Toestemming is alleen niet vereist als een bestuurder van een vennootschap zich borg stelt (of medeschuldenaar is) voor een rechtshandeling van de vennootschap die tot de normale bedrijfsuitoefening van de vennootschap kan worden gerekend. De Hoge Raad oordeelde dat het aangaan van een overbruggingskrediet niet behoort tot de normale bedrijfsuitoefening van de BV. De echtgenote had zich terecht beroepen op het ontbreken van haar handtekening in de borgtochtovereenkomst. De bank viste achter het net.

Tip
Schuldeisers doen er in het algemeen verstandig aan bij persoonlijke borgstelling of het verbinden tot medeschuldenaar (naast de onderneming) zekerheidshalve de echtgenote van de borg toestemming te laten verlenen. Meestal is een dergelijke handtekening in een standaardovereenkomst om die reden ook opgenomen.