U mag gedurende 3 jaar maximaal 3 arbeidscontracten aanbieden aan een werknemer. Deze ketenregeling kon u tot voor kort omzeilen via een vaststellingsovereenkomst. De truc werkte als volgt: na drie arbeidscontracten voor bepaalde tijd wordt een overeenkomst voor onbepaalde tijd gesloten. Daarin wordt verwezen naar een gelijktijdig ondertekende vaststellingsovereenkomst, op grond waarvan het arbeidscontract op (korte) termijn wordt beëindigd. Formeel is er dan geen vierde arbeidscontract dat in strijd komt met de ketenregeling. De Hoge Raad heeft nu beslist dat dit geen rechtsgeldige constructie is. Hiermee is definitief een einde gekomen aan deze sluiproute.
Let op
U moet dus alert zijn (en blijven) op het maximaal aantal te sluiten arbeidscontracten voor bepaalde tijd. Zeker ook nu de ketenregeling per 1 juli 2015 wordt gewijzigd. De maximumperiode waarin u een werknemer een tijdelijk contract mag aanbieden, wordt dan verkort van 3 naar 2 jaar. Het aantal contracten is nog steeds gemaximeerd op 3. Het ‘nieuwe jaarcontract’ wordt daarom ook wel aangeduid als het ‘8-maandencontract’. Hierdoor bereikt u immers bij 3 arbeidscontracten de maximaal toegestane periode van 24 maanden, waardoor het laatste contract nog van rechtswege eindigt.