Formele stappen tegen de crisisheffing

De crisisheffing is mogelijk in strijd met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Er is namelijk geen rechtvaardigingsgrond voor de terugwerkende kracht die gekoppeld is aan deze belastingmaatregel. Ondanks dat het de wetgever is toegestaan regels in te zetten met terugwerkende kracht, had u als werkgever niet kunnen voorzien dat u in deze omvang geconfronteerd zou worden met een heffing over loonbetalingen die reeds gedaan zijn. Zo kwam het kabinet pas in april 2012 met de aankondiging van de crisisheffing, terwijl de werkgevers al enkele maanden loon in 2012 hadden uitbetaald. Werkgevers konden de aanvullende belastingheffing over het loon dat tot dat moment al was uitbetaald redelijkerwijs niet voorzien.

Een argument dat wordt opgeworpen is dat bijvoorbeeld bonussen veelal worden uitbetaald in het voorjaar. Hetzelfde geldt voor de verlenging van de crisisheffing in 2014. Ook hier wordt de verlenging pas aangekondigd in maart 2013. Hoe zit het met de betalingen gedaan in januari en februari 2013? Ook hier heeft de werkgever zich niet kunnen voorbereiden op een eventuele crisisheffing in 2014.

Het ontbreken van een rechtvaardigingsgrond werd gehonoreerd door Hof Arnhem in haar uitspraak van 12 februari 2013 inzake excessieve vertrekvergoedingen. Wat kunt u hiermee? Met deze uitspraak in de hand kunt u als werkgever bezwaar maken tegen de crisisheffing.

Let op

Zodra de aangifte is gedaan en de afdracht heeft plaatsgevonden, kunt u bezwaar maken tegen de afdracht van de heffing. Het bezwaar moet worden ingediend binnen 6 weken na de afdracht, in de periode april/mei 2013.