Geen mazen meer in de belastingwet bij bestelauto’s

Een personenauto aanmerken als bestelauto scheelt al snel veel belastinggeld. Automobilisten maken hier dan ook graag gebruik van. Het kabinet gaat echter een eind maken aan deze manier om de hoge belasting op personenauto’s, de BPM, te ontlopen. Om als bestelauto beschouwd te worden door de Belastingdienst, moet een auto aan strenge eisen voldoen.
Vlakke laadvloer
Zo moet er achter de bestuurdersplaats een vlakke laadvloer in de auto liggen. Met een opgebouwde rail om achterstoelen op te kunnen monteren, is de laadvloer niet vlak meer. Een dergelijke auto geldt niet meer als een bestelauto, maar als een gewone personenauto (en krijgt dus een hogere belasting). Maar wat als de rail niet op de laadvloer is gemonteerd, maar erin is verzonken? Volgens een belastingrechter is de laadvloer dan wel degelijk vlak, precies zoals de wet voorschrijft. De staatssecretaris van Financiën is het daar echter niet mee eens. Hij heeft daarom het oordeel van de Hoge Raad gevraagd. Bovendien heeft hij direct een reparatiewet opgesteld die in de tussentijd zekerheid moet bieden.

Zitje
De huidige wettekst biedt op dit moment ook nog de mogelijkheid om een zitje te bevestigen aan de vaste tussenwand of aan de zijwanden van de bestelauto. Ook hieraan wil de Tweede Kamer paal en perk stellen. Aan de al bestaande inrichtingseisen wordt de eis toegevoegd dat “de laadruimte niet is ingericht voor het vervoer van personen”. Houd hier rekening mee bij aankoop van uw auto.