Een andere aangekondigde maatregel betreft de box-3-heffing. Daarover bestaat al lange tijd veel onvrede omdat een fictief rendement van 4% met name over spaargeld te hoog is vergeleken met het werkelijk behaalde rendement. Het kabinet stelt nu voor om de box-3-heffing te bepalen op grond van het rendement per vermogenstitel (spaartegoeden, aandelenportefeuille, onroerende zaken etc.). Daarbij vindt er periodiek een herijking plaats op basis van de gerealiseerde rendementen in de markt. Zo wordt een gedifferentieerd fictief rendement over de vermogensmix van een belastingplichtige bepaald dat gemiddeld beter aansluit bij de genoten rendementen. Het box-3-tarief blijft 30%. Er komt waarschijnlijk ook een tegenbewijsregeling.