Uw oude dag: wijzigingen in de Pensioenwet

Op 1 januari 2009 wordt opnieuw een aantal wijzigingen in de Pensioenwet van kracht. Wij vatten ze in het kort en zo begrijpelijk mogelijk voor u samen.
– Uw pensioenuitvoerder is verplicht om iedere medewerker een zogenaamde startbrief te verstrekken binnen drie maanden na aanvang van de pensioenopbouw in uw pensioenregeling. Deze startbrief is een vereenvoudigde versie van het pensioenreglement. Hierin is in duidelijke taal weergegeven wat de belangrijkste elementen van de pensioenregeling zijn.

– U kunt, als u voor uw personeel zelf een pensioenregeling bij een pensioenverzekeraar heeft getroffen, een aangepast pensioencontract van de verzekeraar ontvangen. Dit pensioencontract heet voortaan de uitvoeringsovereenkomst.

– In de Pensioenwet worden de diverse pensioenregelingen onderverdeeld in drie verschillende soorten overeenkomsten. In alle communicatiestukken moet voortaan duidelijk worden vermeld welke soort overeenkomst het betreft. Voor de werknemer moet het volstrekt duidelijk zijn welke soort pensioenregeling hem nu is toegezegd.
De drie soorten overeenkomsten zijn:
– de uitkeringsovereenkomst;
– de kapitaalovereenkomst;
– de premieovereenkomst.

– Worden opgebouwde, of ingegane pensioenen in uw pensioenregeling geïndexeerd? Dat houdt dan in dat pensioenaanspraken kunnen worden aangepast aan de salarisontwikkeling of de inflatie. De voorgeschreven communicatie over dit onderwerp is heel strikt vormgegeven en zal worden vastgelegd in een zogenaamde indexatiematrix.

– Heeft u een beschikbare premieregeling (‘Premieovereenkomst’)? Dan komt de zorgplicht voor de beleggingen bij de pensioenuitvoerder te liggen. De pensioenuitvoerder moet voortaan zorgen voor een zorgvuldig beleggingsbeleid, afhankelijk van de leeftijd van iedere deelnemer. Uw medewerker mag ervoor kiezen om toch zelf te blijven beleggen (‘opting out’), maar daar moet dan wel voor worden getekend.

– In heel veel pensioenregelingen is het nabestaandenpensioen tegenwoordig op risicobasis verzekerd. Dat wil zeggen dat dit pensioen komt te vervallen na uitdiensttreding of pensionering. Pensioenuitvoerders moeten de mogelijkheid aanbieden om in dat geval een uitruil aan te bieden in de vorm van een deel van het ouderdomspensioen. Zodoende blijft het nabestaandenpensioen verzekerd.

Heeft u vragen? Uiteraard zijn wij op de hoogte van deze wijzigingen. Neem gerust contact met ons op.