Bij een wijziging van een voorlopige aanslag, kan het voorkomen dat er geen recht meer is op een belastingkorting.
Belastingkorting
Een belastingkorting wordt soms door de Belastingdienst aangeboden als een aanslag in twee of meer termijnen betaald mag worden. De betalingskorting kan geëffectueerd worden indien het gehele bedrag (minus de betalingskorting) vóór de vervaldag van de eerste betaaltermijn op de rekening van de fiscus is bijgeschreven.
Vermindering van de aanslag
Aandacht verdient de vermindering van de aanslag en de gevolgen voor de belastingkorting. Het is namelijk mogelijk dat een voorlopige aanslag na verzoek wordt verminderd, maar dat de voorlopige aanslag al is betaald met de betalingskorting daarbij inbegrepen. In dit geval zal belastingplichtige een deel van de genoten belastingkorting moeten terugbetalen, omdat de belastingkorting lager is op grond van de verminderde aanslag.
Twee afwijkende situaties
Het kan gebeuren dat belastingplichtige enkel en alleen het niet bestreden bedrag op tijd betaalt in afwachting van de vermindering. In dat geval is er niet altijd recht op een betalingskorting. Er zijn twee gevallen te onderscheiden;
1. De verminderingsbeschikking ligt vóór of op de eerste vervaldag. Er bestaat wel recht op betalingskorting als het bedrag van de nieuwe aanslag vóór of op de eerste vervaldag is betaald.
2. De datum van de verminderingsbeschikking ligt na de eerste vervaldag. Als belastingplichtige het gehele bedrag van de oorspronkelijke aanslag niet heeft betaald dan is er geen recht op betalingskorting. Er is immers niet aan de oorspronkelijke voorwaarden voldaan voor de betalingskorting.
Let op!
Als er een verminderingsbeschikking is aangevraagd door belastingplichtige dan is het aan te raden om bij onzekerheid de oorspronkelijke niet bestreden aanslag bij voorbaat te voldoen. Zodoende zal het recht op de belastingkorting niet in geding komen.